Leerprincipes: klassieke en operante conditionering

Leerprincipes: klassieke en operante conditionering.

Om te begrijpen hoe hondentraining precies werkt, moeten we weten hoe honden leren. Grofweg zijn er twee leerprincipes: klassieke conditionering en operante conditionering. Deze termen hebben jullie ongetwijfeld wel eens ergens gehoord of gelezen. We herhalen even kort wat het betekent:

Klassieke conditionering = de omgeving beïnvloedt de hond. In het onderzoek van Pavlov werden het geluid van een bel gekoppeld aan eten. Steeds als de bel klonk, kreeg de hond een lekker snoepje. Na verloop van tijd ging de hond al kwijlen bij het horen van de bel, zonder dat er eten in de buurt was! De bel is de voorspeller geworden voor een lekker snoepje.

Operante conditionering = de hond beïnvloedt de omgeving. Dit leerprincipe is iets lastiger. Er zijn vier varianten van operante conditionering:

Om deze termen goed te begrijpen, moeten we de woorden ontleden. Positief of negatief heeft betrekking op de situatie: er wordt iets toegevoegd of weggenomen. Wordt er een voertje gegeven? Dan is dit positief: er wordt een voertje toegevoegd aan de situatie. Rent de kat weg? Dan is dit negatief: de kat wordt weggenomen uit de situatie. Bekrachtiging of correctie heeft te maken met het gedrag van de hond. Neemt het gedrag toe, dan spreken we over bekrachtiging. Neemt het gedrag af, dan is het correctie.

Een voorbeeld: Een hond springt telkens op tegen visite omdat hij daarmee aandacht krijgt, de visite reageert immers op de opspringende hond. Die aandacht gaan we wegnemen, de visite moet de hond negeren. Doordat de hond geen aandacht meer krijgt, neemt het gedrag af en springt minder op. Het gedrag is negatief gecorrigeerd (er is iets weggenomen uit de situatie en het gedrag is afgenomen).

Is positief positief en negatief negatief?

De woorden correctie, positief en negatief worden ook in andere contexten gebruikt. Bij correctie wordt vaak gedacht aan de fysieke of verbale aanpak van ongewenst gedrag. Positief wordt gebruikt als aanduiding voor iets goeds en negatief als aanduiding voor iets slechts. Als wij spreken over positieve training, bedoelen we dat honden op een prettige manier ervaringen en leermomenten opdoen, zonder gebruik te maken van fysiek geweld of verbale intimidatie, zonder angst of agressie. Maar, let op, alle vier de vormen van operante conditionering worden gebruikt. Het gaat er om hoe deze trainingstechnieken ingezet worden. Ze mogen nooit angst, pijn of ongemak veroorzaken bij de hond.

In sommige hondensporten, op clubs en hondenscholen wordt helaas teveel gebruik gemaakt van onjuiste technieken. Er wordt positieve correctie gebruikt om de hond te laten zitten (op de kont duwen), wanneer de hond niet luistert (stroomband of sliplijn), of wanneer de hond te ver vooruit loopt (ruk aan de lijn). Misschien heb je iemand horen zeggen dat je je blaffende hond even flink moet vast pakken om te laten weten dat dit niet oké is. Of hoor je een trainer schreeuwen naar een hond in een poging het ongewenste gedrag te stoppen. Naast dat deze technieken pijn, angst en/of ongemak  veroorzaken bij de hond, moeten we ons afvragen wat de hond precies leert. Gaat de hond beter luisteren naar jouw “zit” signaal als je je stem verheft en boos wordt? Of als je hem op de kont duwt? Waarschijnlijk is de hond te afgeleid om na te denken over jouw vraag. Door je stem te verheffen of fysiek te corrigeren straf je de hond eigenlijk voor zijn poging tot nadenken. Het zelflerend vermogen en het zelfvertrouwen van de hond nemen hierdoor af. Bovendien zal de hond een volgende keer minder gemotiveerd zijn om samen met jou te werken. Het is belangrijk om te weten dat honden context gebonden leren. In andere woorden: de hond neemt alles in een situatie mee in zijn leerervaring. Dat maakt dat corrigeren over het algemeen geen (langdurig) effect hebben. Een voorbeeld: je hond blaft aan de lijn naar andere honden en iedere keer dat dit gebeurt geef jij een fikse ruk aan de lijn. Mogelijk gaat jouw hond minder blaffen aan de lijn omdat hij weet dat hier een pijnlijke consequentie op volgt. Maar zodra hij los loopt, of met een ander persoon wandelt, zal jouw hond nog steeds blaffen naar andere honden. Wederom: er is niet gewerkt aan de onderliggende oorzaak en emotie, er wordt slechts een symptoom bestreden.

Geschreven door Vincent Oomen, Wouter van Wijk en Nina van der Boon